Nieuw Duits aannemings- en bouwcontractenrecht
Met ingang van 1 januari 2018 treden er enkele belangrijke veranderingen in het Duitse bouwcontractenrecht in werking. De rechten van (particuliere) opdrachtgevers worden versterkt en de onderlinge relaties tussen de bij een bouwproject betrokken aannemers, architecten en ingenieurs zijn nieuw geregeld. De herziening betreft met name het recht van aanneming van werk, maar daarnaast ook de handelsrechtelijke aansprakelijkheid voor gebreken.De wet ter herziening van het bouwcontractenrecht streeft verscheidene doelen na. Enerzijds gaat het er om, speciale wettelijke regelingen voor een bouwcontract te creëren, die tot op heden niet bestaan. Volgens de huidige wetgeving is het zaak van de contractpartners, om door een afspraak in het contract speciale bepalingen met betrekking tot het bouwcontract in kwestie overeen te komen. In de praktijk geschiedt dit door de verordening VOB/B in het contract op te nemen. De nieuwe wettelijke regelingen gelden ook zonder dat ze extra in het betreffende contract zijn opgenomen, en verschillen in zoverre van de regelingen conform de verordening VOB/B.
Een belangrijk aspect van de regelingen aangaande de aanneming van werk vormen de deelbetalingen. Tot nu toe was het zo dat deelbetalingen enkel onder vastomlijnde voorwaarden opgeëist konden worden, indien er geen betalingsplan was overeengekomen. Vereist was hiervoor enerzijds dat het vermogen van de opdrachtgever in de tussentijd gegroeid was en er anderzijds geen substantieel mankement te constateren viel. Was er sprake van een substantieel gebrek, had de aannemer tot nu toe geen aanspraak op deelbetaling. Hij moest zelfs, alvorens betaling te kunnen ontvangen, de complete prestatie afleveren. Pas dan was betaling opeisbaar. Deelbetalingen konden alleen worden gevraagd, als dit vooraf uitdrukkelijk in een betalingsplan was vastgelegd, de VOB/B in het contract was opgenomen of voldaan was aan de strenge voorwaarden van de voorafgaande wetgeving.
De nieuwe regeling vergemakkelijkt de invordering van aanspraken op deelbetalingen ook zonder VOB/B-overeenkomst of een betalingsplan. De herziene versie impliceert, dat een deelbetaling kan worden geëist ter hoogte van de waarde van de geleverde en volgens het contract verschuldigde prestatie. Als de geleverde prestatie niet contractconform is mag de opdrachtgever een deelbetaling niet in zijn geheel afwijzen. Wel mag de opdrachtgever in dit geval de vereffening van een redelijk deel van de verschuldigde deelbetaling weigeren. Als regel geldt als redelijk het dubbele van het bedrag, dat nodig is om het mankement te verhelpen. Ter verduidelijk werd wettelijk bepaald dat de bewijslast voor de contractconforme levering van de prestatie tot oplevering ervan zaak van de ondernemer is.
Udo Croonenbrock is als advocaat verbonden aan Strick Rechtsanwälte & Steuerberater.
Geschreven door Udo Croonenbrock
Datum: 15-12-2017
Datum: 15-12-2017
Terug naar overzicht